Instandhouding van vogel- en habitatrichtlijnsoorten vraagt om meer dan alleen een LESA
Als je wil wil weten waarom waterkwaliteit en waterkwantiteit zo belangrijk zijn voor de natuur dan moet je je even voorstellen dat wij een Delta zijn van vier grote rivieren. Dus bijna alles wat er op het land gebeurt, wordt beïnvloed door water. Ofwel via het grondwater ofwel via die grote rivieren ofwel via oppervlaktewater.
Wat me opviel in die natuurdoelanalyses is dat de waterbeheerders vaak niet aan tafel zaten. En ook dat de data die de waterbeheerders -zoals Rijkswaterstaat maar ook de Waterschappen- verzamelen, vaak niet voldoende benut wordt in de natuurdoelanalyses.
Kijk, er wordt enorm veel gemonitord in Nederland in het kader van de Kaderrichtlijn Water en eigenlijk zou je al die informatie die is verzameld in die kaderrichtlijn ook integraal willen opnemen in je natuurdoelanalyses.
Dat was ook altijd het idee van de EU, dat de Kaderrichtlijn Water en de Habitatrichtlijn elkaar zouden gaan versterken. Dat zou mooi zijn. Maar daar moeten we voor de tweede cyclus natuurdoelanalyses nog wel een paar stapjes voor zetten.
Wat ik hoop in de volgende cyclus van de natuurdoelanalyses terug te vinden is dat de tafel van de mensen die die natuurdoelanalyses opstellen, gevuld is zowel met natuurbeheerders als met waterbeheerders en dat die kennis integraal wordt meegenomen in de natuurdoelanalyses.
Want goede natuur is gebaat bij goede waterkwaliteit en -kwantiteit. En omdat we in de versnellingsperiode zitten voor de Kaderrichtlijn Water wordt er enorm veel gemonitord en komen er dus veel gegevens naar boven. Maak gebruik van die gegevens en heb een integrale visie op natuur en waterbeheer in Nederland.