Willemijn Smal
hoofd
Het Haringvliet is de monding van de Maas in de Noordzee. Ook een deel van het Rijnwater stroomt via het Haringvliet naar de zee. Het Haringvliet werd in 1970 afgesloten door de Haringvlietdam (met sluizen). Door deze afsluiting zijn het getij en de zout-invloed grotendeels verdwenen. Dit heeft geleid tot een sterke vermindering van de oorspronkelijke ecologische dynamiek, tot erosie van platen en slikken en een afname van soorten die zich bij zoute en dynamische omstandigheden thuishoren. Het Natura 2000-gebied Haringvliet is aangewezen voor drie habitattypen en een groot aantal soorten, waaronder vogels, (trek)vissen en zoogdieren.
Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland hebben het rapport ‘Doeluitwerking Haringvliet’ voor het gelijknamige Natura 2000-gebied opgesteld. Dit rapport moet duidelijk maken of de bestaande en geplande maatregelen voldoende zijn voor het voorkomen van (verdere) verslechtering en het halen van de instandhoudingsdoelstellingen, en of aanvullende acties nodig zijn. In het rapport worden randvoorwaarden en knelpunten in kaart gebracht en oplossingsrichtingen geformuleerd. Deze informatie vormt de basis voor het beheerplan en het plan-MER dat daarvoor wordt opgesteld. De huidige generatie beheerplannen is gericht op het scheppen van de ecologische randvoorwaarden voor het volledig bereiken en behouden van de natuurdoelstellingen in 2050. De Ecologische Autoriteit beoordeelt de juistheid, volledigheid en navolgbaarheid van het rapport Doeluitwerking Haringvliet.